SAMENVATTING
In de uitspraak van het Hof van Discipline op 27 augustus 2018 heeft het Hof gemeend een waarschuwing te moeten opleggen aan het adres van verweerder mr. J. V. ingediend door klaagster mr. I.B. J. Van de zeven klachtonderdelen zijn 1-4 ongegrond verklaard, de klachtonderdelen 5-7 zijn gegrond verklaard. De zaak betreft een tuchtrechtelijke klacht van mr. I.B.J. tegen mr. V., ingediend op 27 maart 2017 bij de deken te ’s-Hertogenbosch, mr. J.F. Schnitzler op grond van een aantoonbare valse beschuldiging aan het adres van verweerder. Met semantische acrobatiek is verweerder door de deken een standpunt in de mond gelegd in strijd met de feiten, dat vervolgens klakkeloos is overgenomen door de Raad van Discipline (9717- 938/DB/OB) en uiteindelijk door het Hof van Discipline zonder eigen onderzoek te hebben verricht klakkeloos overgenomen. Deze teleologische uitspraak doet een dubbele agenda vermoeden.
Met deze beslissing heeft het vertrouwen in de advocatuur en de tuchtrechtspraak wederom schade geleden.
In deze annotatie door prof. dr. ir. Anton van Putten leest u hier meer over.
Geef een reactie