Onlangs werd er in de Volkskrant korte metten gemaakt met de internationale ranking waar de rechterlijk Nederland en minister Grapperhaus zo trots op waren.
Op 26 april j.l. verscheen er in de Telegraaf een artikel met als kop:
“Vertrouwen in onafhankelijkheid rechters daalt”.
Uit het Telegraaf artikel blijkt dat zeven op de tien Nederlanders de nationale rechtspraak als onafhankelijk beschouwen. Dat is een daling van 8 procentpunten ten opzichte van 2018, blijkt uit het Justitie Scorebord 2019 van de Europese Commissie. Vorig jaar had ruim driekwart van de Nederlanders vertrouwen in de onafhankelijkheid van de rechtspraak. Ook het percentage burgers dat de Nederlandse rechters als „zeer onafhankelijk” ziet, is gedaald, van 25 naar 20.
Hoewel dit soort cijfers als boterzacht beschouwd moeten worden is er misschien toch een trend zichtbaar. Het probleem met dit soort cijfers is dat ze een perceptie van de ondervraagden weergeven en geen objectieve mening.
In bovenstaande onderzoeken worden mensen benaderd met vragen die gericht zijn op hun eigen ervaringen en gedachten over de rechtspraak en hun opvattingen over hoe dat elders ligt.
Omdat de meeste ondervraagden nog nooit van hun leven een rechtbank van binnen hebben gezien is de scorelijst niet gebaseerd op feiten, maar in de meeste gevallen gebaseerd op wat de mainstream media er over berichten.
Zelfs rechterlijke vonnissen die openbaar zijn geven vaak een subjectieve en selectieve weergave van de feitelijke werkelijkheid weer.
Bij de NOS werd er geen aandacht besteed aan het bericht in de Telegraaf en ook over het WJP Rule of Law Index onderzoek waarover een artikel verscheen in de Volkskrant bleef het doodstil.
In het algemeen is de mainstream media zeer terughoudend met negatieve berichtgeving over de rechtspraak.
Ook binnen in de advocatuur en rechterlijke macht is dit thema taboe.
In de jaren zestig en zeventig van het vorige millennium was dit ook het geval bij berichtgeving over kindermisbruik binnen de katholieke kerk. De vraag is hoe lang het nog zal duren voordat het taboe op kritiek op de rechtelijke macht doorbroken wordt, afgezien van incidentele berichten over rollebollende OvJ’s binnen het OM.
Een geplande forumdiscussie over de rechtspraak op 18 juni a.s. in de Ridderzaal van kasteel Wijnandsrade is recentelijk afgeblazen. Van de ruim 700 advocaten die benaderd zijn om in het publiek plaats te nemen was er nauwelijks belangstelling. Van de rechters die persoonlijk benaderd zijn om in het panel zitting te nemen konden er enkelen vanwege verplichtingen niet aanwezig zijn, maar de meesten wilden niet deelnemen.
De persafdelingen van de rechtbanken in Nederland wilden geen ruchtbaarheid aan dit event geven. Het heeft er alle schijn van dat rechters de vuile was niet mogen buiten hangen en dat advocaten die later nog met rechters te maken krijgen niet geassocieerd willen worden met panelleden die kritiek durven te hebben op de rechterlijke macht in Nederland.
Het vertrouwen dat Nederlanders in de rechterlijke macht hebben zou nog wel eens een stuk lager kunnen zijn dan nu het geval is, als advocaten niet zo bang waren om hun mond open te doen, de uitzonderingen daargelaten.
Het is een feit dat de MSM terughoudend zijn met negatieve publiciteit mbt de rechtspraak. Dat is plausibel, want de MSM zijn in veel opzichten afhankelijk v/d overheid. En de overheid beschermt het aanzien v/d rechtspraak.
Ook advocaten zijn terughoudend met kritiek op rechters. ook dat is begrijpelijk. Immers advocaten moeten hun kritiek voor zich houden, want anders kunnen er repressaliles volgen bij volgende zaken.Van mr Huib Mars kreeg ik op verzoek een heel nuttige (en kritische) Affidavit, dat de KG rechter mr EJ Numann (nu VP Hoge Raad) zich niet hield aan de verklaringen op de zitting van KG 93/677. Zie http://alfred-mol.vpweb.be. Een meer ervaren advocaat vertelde mij later, dat die Affidavit wel juist kon zijn, maar dat hij nooit zo’n verklaring zou geven. Hij zou desgewent evt bij verhoor wel dat willen melden, maar nooit zijn kritiek per Affidavit afgeven. Blijkbaar was deze advocaat bevreesd voor repressailles. .
Wel zie ik regelmatig scherpe kritiek van hoogleraren op de Haagse I.E. rechtspraak. Bv Prof. AA Quaedvlieg heeft in AMI in 2006 scherpe kritiek bij arrest v/d HR bij de zaak 𝑻𝒆𝒄𝒉𝒏𝒊𝒑 𝒗𝒔 𝑮𝒐𝒐𝒔𝒔𝒆𝒏𝒔 om Auteursrecht op een kinetisch schema. Quaedvlieg noemt het een onbegrijpelijk oordeel. BTW Ook de A-G prof. DWF Verkade was tegen met zijn advies. In 2012 besliste het EHRM in de analoge case tw Football Dataco dat in dergelijke gevallen geen AR relevant is. Daarop trok ook prof. Dirk Visser hard van leer.. NB Prof Quaedvlieg meldde in zijn Epiloog bij T𝑻𝒆𝒄𝒉𝒏𝒊𝒑 𝒗𝒔 𝑮𝒐𝒐𝒔𝒔𝒆𝒏𝒔 in AMI 2006 P 153-161 𝐝𝐚𝐭 𝐝𝐞 𝐍𝐋 𝐫𝐞𝐜𝐡𝐭𝐞𝐫 𝐞𝐞𝐧 𝐫𝐞𝐟𝐥𝐞𝐱 𝐯𝐚𝐧 𝐚𝐟𝐤𝐞𝐮𝐫𝐢𝐧𝐠 𝐭𝐨𝐨𝐧𝐭 𝐢𝐠𝐯 𝐞𝐱-𝐰𝐞𝐫𝐤𝐧𝐞𝐦𝐞𝐫 𝐳𝐢𝐣𝐧 𝐨𝐮𝐝𝐞 𝐰𝐞𝐫𝐤𝐠𝐞𝐯𝐞𝐫 𝐛𝐞𝐜𝐨𝐧𝐜𝐮𝐫𝐫𝐞𝐞𝐫𝐭 𝐝𝐰𝐳 𝐊𝐥𝐚𝐬𝐬𝐞𝐧𝐣𝐮𝐬𝐭𝐢𝐭𝐢𝐞. Merkwaardig genoeg is dat blijkbaar de MSM niet opgevallen. Ook dat pleit niet voor de MSM.
IMHO Is er geen reden om vertrouwen in de Haagse I.E.rechtspraak te hebben. Je ziet daarbij veelal Klassenjustitie, dwz dat een multinational bevoordeeld wordt. Dat is niet ongewoon in NL, want ook de Belastingdienst heeft jarenlang met rulings ook zo’n bewind gevoerd. Voor rechters is er nog een bijkomende reden om (dochters van) multinationals te bevoordelen. Immers als je een kleine partij afpoeiert, dan laat hij het er wellicht bij zitten, maar als je een multinational afpoeiert, dan kan het een slepende procedure worden. Rechters zijn nogal gemakzuchtig – ook omdat de rechtspraak betaalt wordt naar het aantal behandelde zaken. Maw (ook) het Ministerie is schuldig aan deze foute gang van zaken.
LikeGeliked door 3 people