Landelijk Deken mr. J. Rijlaarsdam heeft een reactie toegezegd op de brief van mr. Paul Ruijs van 25/3 jl waarin deze het standpunt van de Nederlandse Orde van Advocaten vraagt over advocaten die onder het mom van een incompany cursus nog steeds tegen betaling rechters inhuren om daarmee vertrouwelijk te ‘sparren’. In 2013 besloot de vergadering van rechtbank- cq gerechtshofpresidenten dat dit namelijk niet langer was toegestaan.
Den Haag, 25 maart 2019
Aan de deken van de Orde van Advocaten
Mr J. Rijlaarsdam,
Per e-mail
Geachte heer Rijlaarsdam,
Het is u wellicht bekend dat in de nasleep van de kwestie Westenberg/Hugo Smit de liegende edelachtbare zich overdag ook tegen betaling liet inhuren door advocatenkantoren. Zo kon de rechter met de advocaat onder het mom van een cursus of advies in alle beslotenheid over ’het werk’ van gedachten wisselen. Blijkbaar is het voor advocatenkantoren profijtelijk om daar tijd en geld in te steken. Want Westenberg was niet de enige en dat hij ook nog eens de FIOD achter zich aankreeg illustreerde dat het om grote bedragen ging die hij niet afdroeg aan zijn werkgever. En…. met medeweten van zijn functioneel gezag in casu de president van de Haagse rechtbank, tenzij die niet wist en wilde weten waar zijn personeel overdag uithing. In ieder geval vond mr. Van de Laarschot het na de publiciteit ineens ‘’niet wenselijk’’ dat rechters exclusief werkten voor één advocatenkantoor. Op de eerstvolgende vergadering van rechtbankpresidenten en hoven in 2013 zou besloten worden dat deze incompany cursussen voortaan incompatibel waren met het rechtersambt.
Maar ja, nogal wat rechters hadden ook geen enkele boodschap aan de wet die hen vanaf 1997 verplichtte hun nevenfuncties openbaar maken. Ook niet nadat hun superieuren en beroepsorganisaties, inclusief de minister heel hard ach en wee riepen als dat weer eens in het nieuws kwam de afgelopen 20 jaar. Dus zo vreemd was het ook weer niet dat in 2017 een commerciële organisatie werd opgericht, zelfs met medewerking van leden van de Hoge Raad en kennelijke instemming van de RvdR en minister waar rechters werden aangetroffen die konden worden ingehuurd voor vertrouwelijke incompany trainingen. Vanzelfsprekend bleef registratie van die nevenfuncties – op één na- achterwege. Rechters die dus wetten negeren en een beetje glimlachen over de besluiten van hun presidenten. Enfin, die verloedering past in het beeld (de rechterlijke macht wankelt) van amateurisme , stuurloosheid en chaos dat de Volkskrant van 22/3 schetste n.a.v. een verslag van een visitatiecommissie. Nota ben nadat een dag eerder (VK 21 maart ) al was afgerekend met die geclaimde toppositie van onze rechtspraak in de wereld, die uiteindelijk op neponderzoek van het WJP bleek te berusten. Want rechters die gedragscodes nodig hebben dat hun declaraties nauwkeurig en juist moeten zijn, dat ze geen zaken van familie of (oud-)kantoorgenoten moeten behandelen of geschenken moeten aannemen van procespartijen (= omkoping) moeten maar advocaat worden of hebben sowieso niets te zoeken in een rechtszaal. Evenmin als rechters die een kort geding zonder griffier voorzitten en op die manier kunnen horen / vergeten wat er wel / niet gesteld werd om daarna zonder hinder van een ambtsedig opgemaakt proces verbaal in overleg met de favoriete advocaat het gewenste vonnis redigeren. En daarmee – leve de werkdruk en declarabele uren – nieuwe procedures uitlokken.
Bij het zoeken naar de verplicht voorgeschreven advocaat telde al dat sommige advocaten de wet kennen, maar anderen de rechter en dat dat laatste veel doorslaggevender is. Dat was al zo bij advocaten die tevens rechter plaatsvervanger zijn maar speelt nu dus ook bij advocaten die tegen betaling een rechter inhuren. Anders gezegd: niemand weet precies hoeveel rechters (zoals destijds bij Westenberg) door welke advocaten op welke schaal onder met mom van een cursus worden betaald. Daarom wordt het blijkbaar steeds belangrijker om vanwege de verkeerde reden niet alleen zoveel mogelijk weg te blijven uit rechtszalen, maar in voorkomend gevallen ook de gangen van je advocaat (of die van de wederpartij) na te gaan. Er staat voor dit jaar een onderzoek naar klassenjustitie van minister Dekker gepland en alvorens de politiek van mijn bevindingen in kennis te stellen verneem ik graag uw reactie hoe de NOVA als belangrijke partij in de rechtspraak tegen deze ontwikkeling aankijkt.
Gaarne verzoek ik u om een ontvangstbevestiging van deze brief met een inhoudelijke reactie in het vooruitzicht. Vanzelfsprekende wil ik u desgewenst inzage geven in de feiten en stukken waaraan ik refereer.
Hoogachtend,
Mr P.P.M. Ruijs