Integriteit rechterlijke macht:“De onaanraakbaren”.

Op 28 juni 2019 gaven ir. Toon Peters en mr. Paul Ruijs bij de Buitenkamer aan de VU in Amsterdam een duo presentatie met als titel:

Integriteit rechterlijke macht in Nederland. “De onaanraakbaren”.

Peters startte zijn presentatie met een persoonlijk verhaal: Peters is gescheiden en moet alimentatie betalen. Dat doet hij zonder terughoudendheid, onderbreking of conflict. Vervolgens komt hij er achter dat zijn ex-vrouw weer samenwoont en vervalt zijn wettelijke plicht tot betaling. Peters raakt in een moeras vol leugens en bedrog waarbinnen ook de rechtbank een rol speelt. Volgens Peters roepen ministers en rechters bij herhaling dat Nederland internationaal bij de toppers behoort als het gaat om de kwaliteit van de rechtspraak. Alleen baseren ze zich op een ranglijst met een merkwaardige onderbouwing.

Ruijs vulde Peters aan: Er is het één en ander mis binnen de rechterlijke macht. Al heel lang. Het opereren van rechters staat helaas niet altijd boven verdenking.

Mr. Paul Ruijs (1948), juridisch adviseur, werd samen met Willem Oltmans, Pim Fortuijn, Pieter Lakeman en anderen in het tijdschrift ‘Quote’ ooit uitgeroepen tot ‘een van de grootste etters van Nederland’. Ruijs verdiende deze eretitel nadat hij vanwege zijn ervaringen in de rechtszaal met ’s lands grootste consumentenorganisaties, samen met enkele andere burgers onderzoek had gedaan naar belangenverstrengeling binnen de rechterlijke macht. Het onderzoeksverslag uit 1996 – het IRM rapport (Integriteit Rechterlijke Macht) – sloeg in als een bom en leidde tot felle debatten in politiek en juridisch Nederland. De minister wilde ineens af van advocaten die in ‘eigen’ rechtbank ook als rechter optraden en rechters werden verplicht hun nevenfuncties openbaar te maken. Maar de werkelijkheid in 2019 is dat veel rechters straffeloos hun nevenfuncties geheim houden en dat advocaten nog steeds – met volle instemming van de Hoge Raad – regelmatig als rechter in rechtbanken optreden waar ze met hun kantoorgenoten tevens de belangen van hun gretig procederende en goed betalende klanten behartigen. Wat fout gaat in Nederland is de toewijzing van zaken. Ruijs haalt het voorbeeld aan van de OHRA case (1997) in Arnhem en legt uit wat hier fout is gegaan.

Een boeiende discussie volgde!

Bron van alle ellende is dat er in Nederland geen wettelijke toewijzing van zaken is. Dat zou geregeld moeten worden.

Plaats een reactie

Blog op WordPress.com.

Omhoog ↑