
In het magazine van de Raad voor de Rechtspraak (RvdR) verscheen in het nummer juli 2019 #1 een artikel van mevr. Tamara Trotman, voorzitter Gerechtshof Den Haag. Onder de titel ‘Zet je in voor de rechtstaat’ heeft mevr. Trotman daarin hoge waardering voor de vijfde positie die Nederland bekleedt in de ranking van de World Justice Project Rule of Law Index. Ik acht dit opmerkelijk.
Uit eigen ervaring heb ik geconstateerd dat in de civiele rechtspraak in Nederland ernstige fouten worden gemaakt. En toen ik zag dat Nederland, in het WJP Rule of Law Index onderzoek, wat de civiele rechtspraak betreft, regelmatig op de eerst plaats stond, ben ik me in dit onderzoek gaan verdiepen. Op 12 juli 2018 mocht ik mijn bevindingen bij de Raad voor de Rechtspraak in Den Haag komen toelichten. De RvdR gaf toe dat de vraag gerechtvaardigd is welke waarde men aan het WJP onderzoek kan hechten.
Op 1 oktober 2018 kreeg ik van de RvdR te horen dat er bij de woordvoerders van de rechtspraak op zou worden aangedrongen om zorgvuldig onderscheid te maken tussen conclusies van het WJP en conclusies van de rechtspraak. En mocht in de toekomst de Rule of Law index worden aangehaald, dan werd geadviseerd om conclusies van het WJP als zodanig te benoemen, en niet zonder meer over te nemen.
In de Volkskrant van 21 maart 2019 heeft een artikel gestaan, waarin grote vraagtekens worden gezet bij het WJP onderzoek, zomede bij antwoorden van minister Dekker op vragen van Tweede Kamerlid Michiel van Nispen van de SP over dit onderwerp. De minister had geantwoord dat de ranking van Nederland op het gebied van de civiele rechtspraak voornamelijk gebaseerd is op de mening van “professionals”. Maar WJP heeft mij laten weten dat hierover ook zo’n 1000 burgers bevraagd zijn. En dat er maar 21 “professionals” geraadpleegd zijn, zegt de minister niet. Minister Dekker gaf op 23 juli j.l. antwoorden op nieuwe Kamervragen van Michiel van Nispen. De minister zegt feitelijk: WJP zegt zelf dat er niets aan de hand is, dus is er niets aan de hand. Het is nu de vraag of de Tweede Kamer de minister hier zo makkelijk mee laat wegkomen.
De nietszeggende en ontwijkende antwoorden van de minister bevestigen m.i. nog eens dat dit onderzoek waar minister Dekker en Grapperhaus en vele rechters telkens naar refereren er alleen maar toe dient om terechte maar onwelgevallige kritiek op de rechtspraak te pareren en het gebruik van de uitkomsten van het onderzoek louter een politiek doel moeten dienen.
Ook in Civis Mundi en in Risk & Compliance Platform Europe is al herhaaldelijk aandacht gegeven aan de betrouwbaarheid van het WJP Rule of Law Index onderzoek.
Omdat ik me nog steeds afvraag of het WJP Rule of Law Index onderzoek is uitgevoerd zoals beweerd wordt, heb ik op 23 mei 2019 contact gezocht met het bureau, dat in Nederland het onderzoek mogelijk heeft uitgevoerd. Een antwoord heb ik nog niet ontvangen.
Het kan zijn dat de aanbevelingen van de RvdR mevr. Trotman zijn ontgaan, en dat zij het genoemde artikel in de Volkskrant, alsmede de verder genoemde publicaties niet heeft gelezen.
Niettemin ben ik van mening dat mevr. Trotman beter had kunnen weten, althans zich beter op haar artikel in het juli nummer had moeten voorbereiden, te meer omdat haar artikel juist in het magazine van de RvdR zou verschijnen. En ook de redactie had hier attent op kunnen zijn.
Ach, deze mevr. Trotman weet wellicht niet waar ze het over heeft en wil gewoon positief zijn. Heeft mevr. Trotman ook kennis genomen v/d beschuldigingen mbt pedofiele Haagse rechters door auteur Yvonne Keuls ? En de Lisa & Lucia de Berk affaires ? NL rechters zijn nogal gemakzuchtig en werken naar het antwoord toe. Prof. AA Quaedvlieg merkt op in zijn Epiloog bij HR arrest bij zaak Technip vs Goossens (zie AMI 2006 P 153-161) dat de NL rechter een reflex van afkeuring toont igv oud-werknemer zijn ex-werkgever beconcurreert. Dwz discriminatie… Maar geen rechter/ jurist die hierop reageert. Zelf heb ik ervaren dat KG rechter mr EJ Numann een geheel verkeerde voorstelling van zaken gaf bij vonnis 93/677. Mijn advocaat mr Huib Mars vond het nodig om eea te rectificeren via een Affidavit. Zie mijn web-site.
Het Hof Den Haag heeft zich 15 jaar bezig gehouden met mijn procedure 94/661 en 94/751. Eiser kon het verkrijgen van Auteursrecht niet aantonen. Dus was bewust vertragen raadzaam. We hebben 2X wraking gedaan en 1X zelfde via KG rechter. En toch werd steeds gemeld door de wrakingscommissies, dat het Hof Fasseur-van Santen capabel genoeg was. Tja, dat is niet gebleken. Bij het EHRM erkende ook de Staat dat de procedure onnodig lang was opgehouden. Bijgevolg werd de Staat in 2009 veroordeeld en opgedragen voor aanpassing van wetgeving te zorgen, want de NL wetgeving was niet adequaat voor klachten als de mijne.
Ook bij internationale topjuristen heeft de NL rechtspraak mbt Intellectueel Eigendom geen goede naam. In de context van Kort Geding besliste het Hof Amsterdam in de zaak Technip vs Goossens dat het kinetisch schema (grote database) NIET onder Auteursrecht (AR) valt. Toch ging Technip voor cassatie. Adv-Gen prof. DWF Verkade was ook van mening, dat zo’n database NIET onder AR valt. En merkwaardig genoeg besliste de HR dat deze database WEL onder AR valt. Hierop gaf prof. Quaedvlieg in AMI zeer scherpe kritiek op dit arrest in 2006. Een paar jaar later in de zaak Football Dataco bij het EHRM werd beslist dat zo’n database toch NIET onder AR valt. Kortom de HR stond aardig voor joker. Diverse hoogleraren gaven scherpe kritiek. Prof. Dirk Visser stelde dat de HR beslist had obv onderbuik gevoelens…..
Ergo, mevr. Trotman kan beter nog eens bij de hoogleraren Quaedvlieg, DWF Verkade, Dirk Visser te rade gaan.
LikeLike