
In de Beekdaler van 4 november 2020 schreef columnist mr. J.J.A. Jetten een artikel over het ”Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden” dat 70 jaar geleden ondertekend werd.
Door mr. J.J.A. Jetten:
Op 4 november 1950, nu precies zeventig jaar geleden, werd in het Palazzo Barberini in Rome het ”Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden” (EVRM) ondertekend. Namens ons land deed dat minister van buitenlandse zaken Dirk Uipko Stikker. Dit verdrag is een instrument van internationaal recht, dat destijds voortkwam uit de gezamenlijke wil om de gruwelijke schending van de mensenrechten tijdens de oorlog voorgoed uit te bannen. Dat was ook al afgesproken in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens in 1948, maar deze had geen bindende werking. Daarom heeft de Raad van Europa (niet te verwarren met de Europese Unie) geijverd voor een verdrag, waarop de mensen wèl een beroep konden doen. Het EVRM is in de afgelopen periode van onschatbare betekenis is geweest, ook voor het Nederlandse recht. De handhaving was tot 1 november 1998 toevertrouwd aan een toezichtmechanisme van de Europese Commissie en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Maar dit bleek te ingewikkeld en sindsdien is er een hof dat permanent in zitting is. Dit hof zetelt in Straatsburg en is toonaangevend voor de ontwikkeling van de internationale mensenrechten. Elk van de 47 lidstaten levert één rechter en deze wordt na voordracht benoemd door de Parlementaire Vergadering van de Raad van Europa. Als een staat bij een zaak in het geding is, wordt de rechter uit dat land betrokken bij de behandeling. De huidige rechter is sinds januari 2017de 53-jarige mr. Jolien Schuiling, die voor negen jaar is benoemd. De Nederlandse vacature ontstond toen in september 2016 mr. Jos Silvis na vier jaar vertrok, omdat in ons land zijn gezag was aangetast. Als rechter in de zaak van de Schiedammer parkmoord veroordeelde hij Cees B., wat later een gerechtelijke dwaling bleek te zijn. Dit verhinderde echter niet, dat Silvis na zijn terugtreden door de ministerraad werd voorgedragen voor de functie van procureur-generaal bij de Hoge Raad der Nederlanden als opvolger van Jan Watse Fokkens. Soms begrijp ik helemaal niets van politieke benoemingen.
De Straatsburgse rechters hebben een loeizware baan, omdat het tempo van behandeling van zaken de laatste tijd enorm is toegenomen door de grote hoeveelheid aangebrachte zaken. Het is de vraag of Jolien de negen jaar tot 1926 wel zal uitdienen. Van 2004 tot 2012 was prof. mr. Egbert Myjer de Nederlandse rechter in het Hof. Egbert zat bij mij in de klas op de lagere school en zijn zoon Jochem is een bekende komiek met ADHD. Ik schreef eerder over dit tweetal in de column Gemyjer van 24 februari 2016 in Nuth&Omstreken. Hij had na 2012 nog twee jaar kunnen blijven, maar heeft de functie neergelegd omdat hij in de buurt van zijn zoon wilde blijven die toen tegen een tumor in het ruggenmerg vocht.
Op 24 december 1968 deed de kantonrechter in Den Helder uitspraak in een geding, waarin de verdachte zich had beroepen op artikel 6 van het EVRM. Het vonnis liet lang op zich wachten, omdat er, zo stond in de overwegingen, “noch ter griffie of ten parkette van de Rechtbank te Alkmaar een exemplaar van het EVRM aanwezig was, zodat deze onmisbare studiebron moest worden betrokken van het ministerie van Justitie in Den Haag”. Dat zou nu ondenkbaar zijn, want het EVRM heeft zich sindsdien stevig genesteld in onze Nederlandse rechtsorde. Tijdens de rechtenstudie is het een verplicht nummer. De catalogus van rechten die in het verdrag staat, is sindsdien door een aantal Protocollen uitgebreid die voor de staten die ze hebben geratificeerd even bindend zijn als het verdrag zelf. Een voorbeeld is het Eerste Protocol, dat het recht op eigendom, op onderwijs en op deelname aan verkiezingen beschermt. Het Zesde Protocol is in 1983 toegevoegd en dat schaft de doodstraf af, behalve voor feiten begaan in tijd van oorlog of onmiddellijke oorlogsdreiging. In 2002 is in Vilnius een Dertiende Protocol vastgesteld, dat deze laatste uitsluiting wegneemt. In ons land stond al in artikel 114 van de Grondwet van 1983, dat de doodstraf hier niet mag worden opgelegd. Wij waren het Protocol nipt voor.
Ondanks het grote belang van het EVRM moet helaas worden geconstateerd, dat het met de mensenrechten in Europa slecht gaat. In Oost-Europese landen als Polen, Hongarije en Tsjechië worden zonder pardon wetten ingevoerd die fundamentele rechten van de burgers beperken. Maar ook in ons land maakt de regering er vaak een potje van. Als we zien hoe met mensen is omgegaan in de Toeslagenaffaire, waarbij door de Belastingdienst het etiket fraudeur klakkeloos werd opgeplakt op grond van vooroordelen, als we zien hoe (in mijn geval) het CBR de behandeling van de aanvrage voor verlenging van het rijbewijs zonder enige reden anderhalf jaar vertraagt, als we zien hoe in coronatijd zonder adequate wetgeving vrijheden van mensen worden ingeperkt, soms zonder deugdelijke motivering, dan is er nog veel werk aan de winkel. Een grondige evaluatie van de naleving van dit verdrag is na 70 jaar zeer noodzakelijk.
Jacques
Nu nog iets doen aan de jarenlange doorlooptijd van klachtprocedures bij het Europees Hof v.d. Rechten van de Mens (EHRM). Veel uitspraken komen als de spreekwoordelijke ‘mosterd na de maaltijd” of de put met verdronken kalveren. Niks mis met mosterd, maar de klager is vaak al overleden t.t.v. de uitspraak.
LikeLike