
In DeBeekdaeler van 11 januari 2022 geeft de columnist mr. J. Jetten een beschouwing over de individuele vrijheden van de bevolking in Corona tijd.
Door mr. J.J.A. Jetten:
On Liberty
Je kent dat wel, je hebt vroeger eens een boek gelezen, dat daarna in de kast verdwijnt. Het blijft jarenlang buiten beeld, totdat je oog er ineens op valt. Dat was bij mij het geval met “On Liberty” van de 19e eeuwse Britse filosoof en econoom John Stuart Mill. De kern van dit essay is één zeer eenvoudig principe, dat bepaalt wanneer wij het recht hebben om in te grijpen in de vrijheid van anderen. Toen ik dat las, was ik meteen bij de les, want wij leven momenteel in een situatie die al twee jaar voortduurt en waarin een demissionair kabinet zware beperkende maatregelen aan de bevolking oplegt, om, zoals ze het zelf duidt, de coronapandemie te bestrijden. Het principe dat Mill beschrijft, noemt hij het “harm principle” en het staat bij ons beter bekend als het schadebeginsel. Dit principe is, dat “de enige reden waarom men rechtmatig macht kan uitoefenen over enig lid van een beschaafde samenleving, tegen zijn zin, de zorg is dat anderen geen schade wordt toegebracht.” Letterlijk het voorkomen van kwaad voor anderen. Elke vorm van paternalisme lijkt uitgesloten, want kort en goed, het individu mag niet in zijn vrijheid worden beperkt, ook niet door een autoriteit die het beter zou weten en het goed voor heeft met het desbetreffende individu. Mill schrijft er uitdrukkelijk bij: “Zijn eigen welzijn, hetzij lichamelijk of zedelijk, geeft geen voldoende rechtvaardiging om de vrijheid in te perken. Hij kan niet rechtmatig worden gedwongen iets te doen of te laten, omdat het volgens de mening van anderen verstandig of zelfs rechtvaardig zou zijn.” Mensen kunnen natuurlijk wel goede raad geven, anderen proberen te overtuigen of smeken dat mensen anders zouden handelen, maar dwang is alleen gerechtvaardigd als het gedrag waarvan men mensen wil weerhouden anderen schade toebrengt.
Wat Mill in 1859 neerschreef, is niet zomaar een mening, het is gemeengoed geworden als het gaat om een beschaafde samenleving. Veel mensen denken dat dit het geval is in Nederland. Maar ik ben bang dat het kabinet Rutte III op advies van het OMT de individuele vrijheid te fors heeft ingeperkt door het schadebeginsel op te rekken. Door elk individu al van te voren aan te merken als drager van het COVID-19 virus zou je een mondkapjesplicht, een lockdown en een avondklok kunnen rechtvaardigen om medeburgers te behoeden voor gezondheidsschade door besmetting. Maar niet elke burger is een drager van het virus en zolang je dat niet kunt aantonen, zijn beperkende maatregelen ten koste van zijn vrijheid uit den boze. Ik zie een parallel met de kindertoeslagenaffaire. Daar werden burgers al van te voren beschouwd als fraudeurs en vanuit die redenering werden die burgers hard aangepakt, zo hard zelfs dat veel grondrechten sneuvelden. Ook bij de criminaliteitsbestrijding is die oprekking zichtbaar. Rijd je op de A2 te hard en kleeft de auto iets teveel tegen een voorganger aan, waarin toevallig John van den Heuvel zit, maar dat wist je niet, dan ben je ineens een terrorist en wordt de autoweg afgesloten om je hardhandig door de ME te laten inrekenen. Deze overkill van het geweldsmonopolie kan behoorlijk uit de hand lopen en, zoveel zelfs dat de rechtstaat verdwijnt en er een sfeer ontstaat waarin het vertrouwen in de overheid omslaat in wij tegen zij. Een verziekte sfeer waarin populisten hun kans grijpen door te dreigen met tribunalen en eigenrichting.
Willen wij het coronadebat weer terugbrengen tot redelijke proporties, waarin individuele vrijheden overeind blijven en de overheid slechts maatregelen afkondigt als er werkelijk kwaad dreigt voor èlke burger, dus niet vanuit een collectieve dreiging, dan moet het nieuwe kabinet het roer radicaal omgooien. Dan moet het liberale smaldeel van deze regering de individuele vrijheden weer netjes waarborgen conform hun beginselprogramma.
Jacques
Geef een reactie